22 apr 2011

Het is Goede Vrijdag

39 Eén der gehangen misdadigers lasterde Hem: Zijt Gij niet de Christus? Red Uzelf en ons! 40 Maar de andere antwoordde en zeide, hem bestraffende: Vreest zelfs gij God niet, nu gij hetzelfde vonnis ontvangen hebt? 41 En wij terecht, want wij ontvangen vergelding, naar wat wij gedaan hebben, maar deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. 42 En hij zeide: Jezus, gedenk mijner, wanneer Gij in uw Koninkrijk komt. 43 En Hij zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn.”


Een paar jaar geleden verscheen er een film die veel mensen diep raakte. “The Passion of the Christ” van Mel Gibson, die de laatste momenten van Christus voor de kruisiging en vooral ook de marteling en al het geweld dat Hij leed zeer realistisch laat zien. Toen de film verscheen (2004) was het een hype. Iedereen ging naar de bioscoop, mensen raakten in schok tijdens de film en huilden om alles wat ze op het beeld zo realistisch en dichtbij voor zich zagen. Ik heb zelfs verhalen gehoort van mensen die flauw gevallen zouden zijn en zelfs dat mensen door hartproblemen overleden zouden zijn tijdens de film (ik weet niet of het waar is en dat doet er hier ook niet toe...). Maar er gebeurde toen iets dat ik me nu nog levendig herinner. Een vriend van me, indertijd nog geen christen (nu wel), zei: “Wat hebben ze die man een narigheid aangedaan.”

Ik herinner me niet wat ik daarop gezegd heb, waarschijnlijk stemde ik gewoon in. Maar vandaag herinner ik me die woorden nog als ik weer iets over de film zie of hoor.

Eigenlijk is het erg normaal zo’n visie te hebben van het Kruis van Christus, alsof het een groot onrecht was. Vaak zijn we woedend op de priesters die Jezus aanklaagde, en irriteren we ons om de menigte die bloed wilde zien, of om Pilatus, die z’n handen in onschuld wast, of uiten we onze woede om de soldaten die Jezus martelden en kruisigden... Maar is dat eigenlijk wel de bedoeling? Zouden we eigenlijk wel zo over het kruis moeten denken?

Pas heb ik een boek van Dr. A. Kuyper gelezen (De Paaschmorgen*) waarin Kuyper spreekt over het Pasen, en werd m’n aandacht getrokken door enkele gedeeltes waarin hij hierover spreekt, en ik denk dat het vandaag, op de dag dat we deze verschrikkelijke gebeurtenis herinneren, zeer de moeite waard zijn gelezen te worden.

Op het gevoel dinge bij Golgotha dus niemand iets af. Alleen maar, bij die aandoening van het gevoel blijve het niet. Veel dieper moet het gaan, zal dat Golgotha u zegenen. Niet maar “onrecht” moet dat kruis u zijn en vermetele “wreedheid”, die een geroep om wrake in uw hart doet opkomen, maar veel meer en veel dieper een “straf”, een betoon van “gerechtigheid”, een tentoonstelling van eeuwige, ondoorgrondelijke, goddelijke “liefde”. En dat scheelt veel. Want zoolang dat kruis u ergert, en die ruwe soldaten u hinderen, en die priesters uw bloed aan het koken brengen, en dat volk u verontwaardiging gaande maakt, dan zijt gij die nog altoos goede, brave man, die veel beter dan die priesters en die ruwelingen het voor de vermoorde onschuld opneemt. Dan ontfermt gij u over uw Jezus, in plaats van zich Hem over u te laten ontfermen. En het einde is, dat ge bij Golgotha, hoog in eigen oogen staat, u als vroom in uzelven voelt, en het oordeel gaan laat, niet over uzelven, maar over die onzinnigen, die aan Jezus vergrepen. Maar zoo wil Gods Woord het niet. Gods Woord wil dat gijzelf er bij dat kruis onder zult gaan. Dat ge bij Golgotha niet aan de schuld van die krijgsknechten en handlangers, maar aan uw eigen schuld zult denken. En dat niet de schrik over Jezus’ dood, maar de schrik over uw eigen, eeuwigen dood u bij dat kruis om het hart zal slaan.” (Pag. 22)

We hebben de neiging om onszelf er niet bij te tellen. Alsof wij er niets mee te maken zouden hebben, en alsof we niet begrijpen waarom die “slechterikken” zoiets zouden doen. Maar als we dit soort gedachten hebben nemen we onze eigen schuld van het kruis en doen we alsof alleen diegene die hamer en spijkers gebruikten schuldig waren, en alsof het niet mijn zonden waren die de zweepslagen en hamerslagen veroorzaakten. Daarom gaat Kuyper door:

Neen, neen, de toorn Gods is niet ontbrand, dan tegen schuld. En al zag Pilatus in Jezus geen schuld, God zag die wel. Veel schuld zelfs, ja alle schuld, schuld in oneindig hooger mate, dan ooit eenig mensenhart gedrukt had. Want zondaar, neen, dat was uw Jezus nooit. Geen enkel oogenblik. Niet één enkele stip des tijds. Persoonlijk was en bleef Hij eeuwiglijk de Heilige Gods. Maar dat Hij van zonde en schuld ontbloot zou geweest zijn, was er zooverre vandaan, dat veeleer de zonde van heel een wereld op Hem lag en de schuld van alle schuldenaars door Hem in den dood is gedragen. Dat is het, wat Jesaja roept: De straf was op Hem! Geen wreedheid, maar gerechtigheid! Geen mishandeling, maar gerechte straf is over Hem gekomen. Daar moet ge aan willen. Eerst dan gaat bij Golgotha uw eigen ziel in den dood en door den dood in het leven.” (pag 24)

We moeten begrijpen dat het lijden van Jezus geen onrecht was, maar de gerechtigheid die wij verdient hadden. “Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.” (Jesaja 53:5) En Kuyper gaat door:

Van u komt Hij meer dan een gevoel vragen. Bij u ruste Hij niet, eer gij beleden hebt: Mijn straf, de straf, die mij den vrede aanbrengt, droeg Hij!” (pag. 25)

Als Jezus sterft, vraagt Hij niet om ons medelijden. Hem dat te willen opdringen, is zelfs zondige inbeelding alsof gij met uw deernis Hem zijn diepe smart verzachten kondt. Keer de rollen toch niet om. Hij kwam om voor u te lijden, om u van uw diepe gekrenktheid te troosten, en aan u te toonen, niet om het van u te ervaren, hoe diep de waarachtige toewijding eener zichzelf ganselijk verloochende liefde gaat. Een Middelaar, die in zijn stervensangst met zijn eigen leed begaan was en u bij dat leed om medelijden vroeg zou uw Verlosser niet kunnen zijn.” (pag. 53)

Vaak laten we Jezus zo aan de mensen zien. Zeker als we proberen mensen te bekeren komen we vaak bij het kruis alsof we zouden zeggen: “Neem Hem toch aan, kijk eens wat Hij allemaal gedaan heeft...”, en gebruiken we het lijden van de Heer om het medelijden in mensen op te wekken, en Hem aan te nemen want “Wat hebben ze die man een narigheid aangedaan.” Maar weer gaat Kuyper door, en laat hij zien hoe we bij het kruis moeten komen:

Wie bij dat kruis gaat staan, om er redeneeringen en vertoogen over de liefde Gods te houden, dien raakt dat kruis niet. Wie er bij komt om medelijden met Jezus te hebben, keert de zaken om. En al wie er waarlijk zalig door willen worden, die moet precies bij dat kruis als die moordenaar doen, en zichzelven geheel opgeven, en erkennen, dat hij onder Gods wet bezwijkt, en aan het recht Gods de eere geven, en zoo stervend in zelfvernietiging opzien naar Hem, die daar stierf voor zonde, die Hij nooit gedaan had.” (pag 56-57)

Voor het kruis mag onze houding niet anders zijn dan die van de moordenaar die naast Jezus hing, erkennend dat onze straf niet meer dan gerechtigheid zou zijn, en, met vrees, opkijken naar Hem, die gekruisigt wordt, en hopen op de genade, het medelijden en de liefde van Hem die alles voor ons gedaan heeft. Dat is de boodschap van Goede Vrijdag, de boodschap van de kruisiging. Denk eraan, gedurende de paasdagen, dat het niet uw medelijden voor Hem, maar Zijn medelijden voor u is dat we herinneren.



*De zinnen komen uit het boek: Dagen van Goede Boodschap – De Paaschmorgen (met Goede Vrijdag) door Dr. A. Kuyper Uitgegeven door J.H. Kok te Kampen - 1923

20 apr 2011

Ana is gevonden!!!

Ana, het verdwenen meisje, is gevonden!



Het gaat goed met haar en ze is nu bij haar vader.

Gisteren

Cida (een van de medewerkers hier die deze familie begeleid) is bij de oma op bezoek geweest. Zoals ik al eerder verteld heb is ze niet goed meer bij haar verstand. Ze is ereg oud en vaak herhaalt ze zichzelf meerder keren en zegt ze van alles dat nergens op slaat. Het is erg moeilijk iets concreets uit haar te krijgen. Maar toch heeft Cida genoeg begrepen.

Hoe is Ana gevonden?

Om een lang verhaal kort te maken, waren enkele familieleden woedend dat het kind zomaar weggegeven was, en zijn ze er zelf achterheen gegaan. Tijdens de zoektocht kregen ze een telefoonnummer te pakken van de mensen die Ana meegenomen zouden hebben. Ze dachten dat het nummer wel niet zou werken of dat het niet van de mensen zou zijn, maar ze probeerden het. Uiteindelijk bleek het, voor een ieders verassing, wel het telefoonnummer van de mensen die haar meegenomen hebben te zijn. Door de telefoon zei de oom van Ana dat hij de politie erbij zou roepen als het kind niet gelijk teruggebracht zou worden. Uiteindelijk is de vader van het kind haar op gaan halen. Ze is nu in veiligheid bij haar vader.
Kracht van Gebed

Ik moet zeggen dat we door de situatie heen blij verast waren met hoeveel mensen wereldwijd voor haar gebeden hebben. Overal kregen we berichten vandaan van mensen die meebaden. Ik wil jullie heel hartelijk badanken voor jullie gebeden en medeleven. God heeft het kind beschermt en we bidden dat Hij haar zal blijven beschermen.

Ik zie in de hele situatie de kracht van het gebed. Als we samen bidden dan hoort God het en antwoord Hij. God vericht wonderen en Hij laat zien hoe waarachtig Hij is. Aan Hem zij de Glorie!

Blijft u meebidden...

Wilt u mee blijven bidden voor deze familie. Bid voor Ana, ze moet nu wennen aan het wonen bij haar vader, voor het eerst in haar leven. Ze heeft (nog) geen diepe relatie met hem, al laat hij, gelukkig wel zien dat hij voor haar wil zorgen, wat al een goed teken is.

Ook is er de oma nog en de oudere zus en een oom en tante. Er is veel woede en frustratie in de familie door de hele situatie. Bid u mee dat ze de situatie op een positieve, gezonde manier op zullen lossen?

Wilt u ook mee bidden voor Cida en Joyce, medewerkes hier op Luzeiro, die de familie begeleiden. Ze hebben veel wijsheid nodig om de waarheid te spreken en de familie te leren wie God is en hoe Hij ons in liefde voor elkaar kan laten leven.

18 apr 2011

Gebed meer dan nodig!

 Momenteel kunnen we nuets anders dan bidden, wilt u met ons mee bidden? Waarom dan?

Bij deze het vreselijke verhaal, verteld door Laura een van onze colegas hier: Deze week is er een meisje verdwenen in de wijk waar we wonen en werken. We hebben het donderdag middag ontdekt en sindsdien zijn we allemaal ontzettend bezorgt. Ik zal een beetje van het verhaal delen zodat jullie met ons mee kunnen bidden voor dit dierbare meisje dat vermist is. Laten we haar Ana noemen...

Een stukje achtergrond

Ana is 8 jaar oud en een mooi meisje. Haar moeder is vorig jaar in een ongeluk overleden en Ana is sindsdien bij haar oma gaan wonen, die verstandelijk gehandicapt is, en dus eigenlijk niet voor haar kan zorgen.
Ana's vader probeert al, sinds haar moeder overleden is, haar bij hem thuis te krijgen, zodat hij haar op zou kunnen voeden, maar de oma wil dat absoluut niet, al heeft ze zelf geen enkele mogelijkheid (verstandelijk, lichaamelijk of financieel) om voor het kind te zorgen. Het lijkt erop dat de oma een ontzettende hekel heeft aan Ana's vader, om redenen die we nog niet ontdekt hebben.
Een paar weken terug, ontdekte Joyce (een van onze medewerkers hier, die de familie begeleid) dat Ana niet naar school ging omdat haar oma haar niet wakker kon krijgen 's ochtends vroeg om haar naar school te sturen. Dus heeft ze, toen al, de overheid ingeschakeld. Ana had hulp nodig, en haar oma kon haar de hulp die ze nodig heeft niet geven. Iemand moest zich inzetten voor Ana. (By the way, ze zijn niet op komen dagen...)

Vorige week zondag...

Vorige week zondag heeft de oma van Ana haar weg gegeven aan een vreemdeling die zei dat hij haar wel op zou voeden. Ze heeft zelfs de papieren van het kind meegegeven. Zoals ik al zei, de oma is verstandelijk gehandicapt en heeft verder geen informatie over de man die het kiond meegenomen heeft. Wat er precies gebeurt is is erg moeilijk te achterhalen omdat de oma niet gemakkelijk te begrijpen is en erg verward is. Niemand heeft Ana sinds vorige week zondag gezien. Meer dan een week is het kind nu al vermist. Eindelijk heeft de oma gemerkt wat een gevaarlijke situatie het is, en nu is ze doodsbang met wat er zowel met het kind als met haarzelf zou kunnen gebeuren...

Toen Joyce de situatie ontdekte heeft ze de overheid erbij gehaald en nu zoeken ze eindelijk naar het kind. Gebed voor Ana Por favor, ore pela proteção da Ana e que ela seja encontrada o mais rápido possível.

Wilt u, alstublieft meebidden voor Ana, zowel voor bescherming en dat ze zo snel mogelijk gevonden zal worden. Eerlijk gezegd weten we niet precies wat er met haar gebeurt is. Het kan zelfs zijn dat ze de prostitutie in verkocht is... We bidden en hopen dan Ana gered zal worden en veilig en gezond gevonden zal worden. We geloven in de kracht van het gebed. Bid u mee voor dit dierbare kind?

Ik hoop dat ik ons blog zo snel mogelijk zal kunnen vullen met goed nieuws, maar voor als nog blijven we bidden...

12 apr 2011

School voor ontwikkelingswerk

Gisteren zijn we weer aan een grote, nieuwe uitdaging begonnen. De tweede Foundations in Community Development School (Fundamenten in Ontwikkelingswerk) is begonnen. Dit is een drie maanden durende cursus waarmee we mensen hopen op te leiden om ontwikkelingswerk te doen in arme wijken. Soortgelijk aan wat we op Luzeiro al doen. We hebben 8 leerlingen en zijn erg enthousiast over wat er de komende maanden komen zal.
We hebben de openingsdag achter de rug, die gisteren begon met een speciaal ontbijt en daarna een uitleg over hoe de school gaat werken, wat de leerlingen allemaal gaan doen, de werkstukken die ze gaan maken, de lessen, de praktische ervaring in het werk op onze basis, etc. En vandaag beginnen de lessen.
We zullen proberen jullie op de hoogte te houden van hoe de school loopt. Bij deze al een paar foto's van de eerste dag.












7 apr 2011

Kinderplezier in de Speeltuin



Hallo allemaal

Geniet een paar seconden mee met het plezier van een van de kinderen in de speeltuin. Wat is het toch een voorrecht deze kinderen hier de liefde van de Heer te laten zien!

5 apr 2011

Een diepgaande les in een Bar

Sinds kort zijn enkele medewerkers begonnen om eens per week 's avonds de wijk in te gaan en in de bar te gaan zitten en er gesprekken met mensen aan gaan. Vaak hebben ze er hele goede gesprekken over God en het geloof. Bijna iedereen hier in de wijk heeft wel een tijdje deel uit gemaakt van een van de vele kerkjes hier in de wijk en dus weten ze eigenlijk wel wat ze zouden moeten doen. Sommigen zeggen na zulke gesprekken dan ook dat ze weer een kerk op zullen zoeken.
Een tijdje terug gebeurde er echter iets wat diepe indruk op de medewerkers gemaakt heeft. Een van de medewerkers begon een gesprek met iemand en stelde hem een vraag over de kerk. Ineens antwoorde de man: "Ik haat de kerk!" Verbaast vroeg onze medewerker vroeg onze medewerker waarom hij zo'n hekel had aan kerken. De man antwoorde heel nuchter: "Kom maar mee, dan laat ik het je zien." Ze liepen samen de bar uit, en liepen een paar meter verder de straat door. Daar had een van de kerken net een dienst, en zat bomvol mensen, allemaal zongen ze enthousiast mee aan de bekende aanbiddingsliederen.
Toen draaide de gids zich om en wees naar de andere kant van de straat. Daar lag een man, hij leek buiten bewustzijn, waarschijnlijk door de vele drank of drugs. Er naast zaten en lagen nog een paar anderen die er ongeveer net zo slecht uit zagen. "Daarom haat ik de kerk!" zei de man.
Onze medewerker dacht even na, en vroeg: "Wat zou er moeten veranderen?"
De man antwoorde: "De kerken zouden zich minder druk moeten maken over zichzelf, over hun diensten, en meer moeten omkijken naar de mensen om hen heen, naar de mensen die aan de andere kant van de straat liggen. Ook zou er minder verdeeldheid moeten zijn, en zouden ze samen moeten werken".
"Zou je dan minder hekel aan de kerk hebben?" vroeg onze medewerker.
"Bij zo'n kerk zou ik zelfs willen horen!" was zijn antwoord.

Het deed me denken aan Lukas 10:30-37, de Gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan, en de mannen die doorliepen. Ja, er moet nog veel gebeuren bij ons in de wijk. Bid u mee dat we, samen met de kerken hier, kunnen laten zien wie de Heer werkelijk is?