28 nov 2011

Advent van Hoop - de eerste zondag


Waiting for the one

The day that never comes

When you stand up and feel the warmth
But the sunshine never comes.
No, the sunshine never comes.

Wachten op die ene
Dag die nooit komt
Als je op sta en je de warmte voelt
Maar het zonlicht komt nooit
Nee,het zonlicht komt nooit


Onze wereld leeft in wanhoop. Zoals het refrein van het lied van Metallica zegt: “Wachten op die ene dag die nooit komt”. Onze wereld wacht op iets, maar weet niet wat, dat nooit komt.  

Maar afgelopen zondag zijn wij, als christenen, ook begonnen met een periode van afwachten. Deze periode heet het Advent (vanuit het latijn:  adventus=komst, er aan komen en advenire= naartoe komen). Tijdens deze weken wachten we, als Kerk van Christus, en bereiden we ons voor op de Kerstdag, als we ons herinneren dat Christus gekomen is, en bij ons geleefd heeft.   

Ook denken we er aan dat er een dag zal zijn dat Hij weder zal komen, in glorie. Daarom zijn de Bijbelteksten die we tijdens deze periode lezen en bestuderen dan ook profetische teksten, die wijzen op de eerste en tweede komst van de Heere Jezus. Dit is goed te zien in de teksten die wereldwijd vele kerken afgelopen zondag gelezen hebben:

Jesaja 64:1-9 – “Och, dat Gij de hemel scheurdet, dat Gij nederdaaldet, dat voor uw aangezicht de bergen wankelden, zoals vuur rijshout in vlam zet, zoals vuur water doet overkoken – om uw tegenstanders uw naam te doen kennen, zodat de volken voor uw aangezicht sidderen, daar Gij geduchte daden verricht, die wij niet verwachtten; dat Gij nederdaaldet, zodat de bergen voor uw aangezicht wankelden! Ja, van oudsher heeft men het niet gehoord noch vernomen, geen oog heeft gezien een God buiten U, die optreedt ten behoeve van wie op Hem wacht. Gij komt hem tegemoet, die met vreugde gerechtigheid doet, hun die op uw wegen aan U denken. Zie, Gij zijt toornig geweest, omdat wij zondigden; in die toestand verkeerden wij lange tijd, en zouden wij dan verlost worden? Wij zijn allen geworden als een onreine, al onze gerechtigheden als een bezoedeld kleed; wij vielen allen af als het loof en onze ongerechtigheden voerden ons weg als de wind. Er was niemand die uw naam aanriep, die zich beijverde om aan U vast te houden. Want Gij hebt uw aangezicht voor ons verborgen en ons aan de macht onzer ongerechtigheden prijsgegeven. Maar nu, HERE, Gij zijt onze Vader; wij zijn het leem, Gij zijt onze Formeerder en wij allen zijn het werk van uw hand. O HERE, wees niet bovenmate toornig en gedenk niet altoos de ongerechtigheid. Zie, aanschouw toch: wij allen zijn uw volk.

Psalm 80:1-7 – Herder Israëls, neem ter ore! Gij, die Jozef leidt als schapen, Gij, die op de cherubs troont, verschijn in lichtglans. Wek uw sterkte op vóór Efraïm, Benjamin en Manasse; en kom tot onze verlossing. O God, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. HERE, God der heerscharen, hoelang brandt (uw toorn) tegen het gebed van uw volk? Gij hebt hen tranenbrood doen eten, hen tranen doen drinken in overvloed. Gij hebt ons tot een twistappel voor onze naburen gesteld, en onze vijanden bespotten ons.”

Markus 13:24-37 -  “Maar in die dagen, na de verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven. En de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op de wolken, met grote macht en heerlijkheid. En dan zal Hij zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiterste der aarde tot het uiterste des hemels. Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is. Zo moet gij ook, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het nabij is, voor de deur. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan. Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, alleen de Vader. Ziet toe, blijft waakzaam. Want gij weet niet, wanneer het de tijd is. Gelijk een mens, die buitenslands ging, zijn huis overliet en aan zijn slaven volmacht gaf, aan ieder zijn werk, en de deurwachter opdroeg te waken. Waakt dan, want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, laat in de avond of te middernacht, bij het hanegekraai of des morgens vroeg, opdat hij niet, als hij plotseling komt, u slapende vinde. Wat Ik u zeg, zeg Ik allen: Waakt!”

Onze boodschap, in deze wanhopige wereld, moet dan ook een boodschap van hoop zijn. Ten eerste, omdat we weten dat die dag al gekomen is: “Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.” Johannes 1:14
Ten tweede omdat we weten dat die dag zal komen: “En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op de wolken, met grote macht en heerlijkheid. En dan zal Hij zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiterste der aarde tot het uiterste des hemels”. Marcus 13:26-27


Tijdens de adventweken zal ik proberen het hier regelmatig over te hebben, want we wachten op die dag, de dag die gekomen is en de dag die komen zal.   

Geen opmerkingen: